Schrijver in residentie: Aafke Romeijn

1 t/m 8 januari 2019 Biografie Aafke Romeijn (1986) is muzikant, journalist & schrijver. Haar kat heet Henk.

Iets langer

Dikke beats, messcherpe teksten en analoge synthesizers: Aafke Romeijn (1986) is de ongekroonde koningin van de Nederlandstalige electropop. Denk: Spinvis meets Daft Punk meets Peaches, en je komt al een heel eind in de richting. Misschien ken je haar van Alles Went, het hipsterliedje dat ze met Sef maakte, misschien heb je haar voorbij zien rennen op twitter: Aafke is nooit bang om het achterste van haar tong te laten zien. In april 2018 komt haar debuutroman Concept M uit bij De Arbeiderspers.

Aafke RomeijnHaar website: Website Aafke Romeijn Foto’s: © Oscar van Beest 2019

Aafke Romeijn

Eigen vlees

In opa’s stal stonden koeien
in de gang tussen de stal en het woonhuis stond een grote diepvries
daarin pasten twee koeien, verdeeld over talloze zakjes van dik doorzichtig plastic
met witte etiketten, ik hoor nog de korte zjf wanneer opa de diepvries opende
hij stak zijn hoofd diep in de koude holte
zijn hand rommelde wat tussen de donkerrode zakjes.

Als iets groeit op jouw land, mag je het dan als eigen vlees beschouwen?
Als je iets voert, moet het dan gehoorzamen?

IK word geacht te werken hier maar 
IK krijg geen gedachte af zonder dat 
IK mijn dochter hoor zuchten of steunen of vragen om gezelschap 
of hulp of koekjes of niets in het bijzonder gewoon 
zuchten. 

Het schijnt normaal te zijn dat tweejarigen op regelmatige basis geluid maken. Mij werd verzekerd dat moederoren automatisch de scherpe randjes uit dat geluid zouden filteren en dat mijn moederhanden automatisch ik zonder capslock zouden typen maar

IK word verlamd door een zeurtoon
die elke gedachte ophakt in drie ongelijke delen.

Als “ontdekken” het opdoen van kennis over het onbekende is, mogen we “bedekken” dan gebruiken wanneer iemand die kennis weer terug de krochten van het onbekende in probeert te duwen? 

Ik stop de drie delen in zakjes van dik doorzichtig plastic
schrijf de datum op een etiket
later zal ik ze weer ontdooien

en op de keukentafel, onder het vliegenkleeflint,
naast elkaar leggen
zodat er weer een kloppende gedachte ontstaat.

Op mijn trui zit een rode vlek.
Ik heb al gewassen vandaag.

Zonder haar had deze tekst niet bestaan, maar waren mijn gedichten gepolijst geweest door eindeloze omwentelingen in eindeloze tijd. 

We schrijven dit niet om onszelf te beklagen.
Van vakantie keren we uitgeput terug. 
Tijdens kantooruren voelen we menselijkheid terug onze buik in sijpelen. 
In onze zoektocht naar geduld graven we dieper dan onze armen lang zijn en stuiten op lagen onmacht van verschillende consistentie 
Afgewisseld met trots
Afgewisseld met broodkorsten 
Afgewisseld met tranen
Afgewisseld met onbegrijpelijk zachte vingers in de nacht
Afgewisseld met oorlogsretoriek. 

Onszelf vinden we nergens terug.

Als ik sterf, krijg ik dan nog een eindafrekening van hoeveel ik gedurende mijn leven heb verdiend en uitgegeven? Ik zou graag weten of het uiteindelijk nog iets heeft opgeleverd, allemaal.

Ik geef je de laatste woorden van mijn opa. 
‘Onder in de diepvries liggen nog asperges.’