Anna Sijbrands
Februari 2024
Anna Sijbrands (1998) is dramaturg, schrijver en vertaler. In seizoen 22/23 en 23/24 was zij huisdramaturg en productiedramaturg bij Internationaal Theater Amsterdam (ITA). Voor de producties Prima Facie (regie Eline Arbo) en Julie(regie Rebecca Frecknall) schreef ze de vertaling en was ze productiedramaturg.
Ze heeft Theaterwetenschap gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en heeft acteeropleidingen doorlopen aan zowel The Oxford School of Drama als de The Yale School of Drama.
Tijdens deze opleidingen kreeg Anna de kans om met internationale talenten het vak te leren.
Wiebeltenen in Sluis
Anna Sijbrands
Zolang ik mij kan herinneren, loop ik op mijn tenen. Mijn moeder schreef in mijn kinderboekje: “Ze zet haar eerste stapjes als een ballerina.” Ik ben jaren bezig geweest om het af te leren. Als kind heb ik een periode spalken gedragen, versierd met paarse vegen en vlinders. Ik hoefde geen zooltjes onder mijn spalken, want ik was volwassen genoeg om ze zelf uit te trekken als ik midden in de nacht naar de wc moest. Dit resulteerde in een kind dat met spalken haar stapelbed uitklom, of eerder uitviel, en naar de wc banjerde onder luid gestamp dat het huis deed trillen.
In mijn poging ‘correct’ te lopen gaat het ondertussen al vrij aardig. Het merendeel van de tijd loop ik niet meer op mijn tenen. Wel verkrampt mijn voet als ik een lang stuk loop en me concentreer op dat ik eerst mijn hielen moet neerzetten. Ik kan mijn tenen dan niet ontspannen en ze blijven omhoogkijken, tot mijn kuiten verkrampen. Dan moet ik stilstaan om even mijn tenen naar binnen te krullen, alsof ik op spitzen sta.
Er zijn momenten waarop ik geen controle heb over mijn tenen: wanneer er iets vies gebeurt, knijpen mijn tenen zich samen en veranderen mijn voeten in vuistjes. Ben ik blij, dan gaan mijn tenen vrolijk op en neer in mijn schoenen. Als ik boos ben, spannen alle spieren in mijn benen zich samen en sta ik op de toppen van mijn tenen. Alsof de woede in mijn lijf er niet vocaal uit kan komen en zich zo moet uiten. Een lijf dat zich groter maakt om ruimte te geven aan de onuitgesproken woorden.
Recentelijk heb ik een nieuwe tenen-emotie ervaren. Ik zat te wachten in een café op een jongen; we hadden onze tweede date. Ongemerkt gingen mijn tenen heen en weer, ze trokken zich samen en ontspanden zich weer. Als een kat die deeg kneedt, bewogen ze in mijn schoenen. Toen we, zeer cliché, stonden te zoenen in een steegje, spanden mijn tenen zich aan, niet wetende waar het geluk te laten. Vlak voor de derde date trappelden mijn tenen wild heen en weer uit enthousiasme hem weer te zien. In bed vouwden mijn tenen zich om zijn kuiten. Nu wil hij me komen opzoeken. Het is een ruime vier en een half uur met het openbaar vervoer. Ik geef hem excuses; als het een te optimistisch plan is, stuur ik hem wel een ansichtkaart. Ik wil hem niet het gevoel geven dat hij verplicht is tot iets. Hij stuurt me een berichtje voor het slapengaan. Hij wil me graag zien en gaat onderzoeken hoe hij hier moet komen. Met wiebeltenen val ik in slaap.
Fotografie: © Oscar van Beest 2024
Wij werken samen met: