In residentie: Januari – Maart 2016

joris_casteren_3Joris van Casteren (Rotterdam, 5 januari 1976) is een Nederlandse schrijver, dichter en journalist te Amsterdam.

Hij studeerde aan de Utrechtse School voor Journalistiek en later filosofie aan de Universiteit van Amsterdam. Op jonge leeftijd was hij werkzaam bij regionale kranten als Dagblad Flevoland en de Zwolse Courant. Hij werd op zijn eenentwintigste redacteur bij het weekblad De Groene Amsterdammer, alwaar hij tot september 2002 in dienst bleef. Bij De Groene verwierf hij zich een reputatie met grote reportages. In 1999 reisde hij naar Nigeria, waar hij vier reportages schreef die later gebundeld werden in Redactie binnenland (2001), een met de Dick Scherpenzeelprijs 1999 onderscheiden Groene-reeks.

Van Casteren was medewerker van NRC Handelsblad en tot 2006 redacteur bij Vrij Nederland. In 2004 won hij het Gouden Pennetje voor zijn reportages. Hij schreef voor Hollands Diep, en schrijft nu als freelancer voor onder andere HP de Tijd, nrc.next en De Correspondent

Naast zijn werkzaamheden als journalist was Van Casteren redacteur van de Poëziekrant en publiceerde hij gedichten in onder meer Maatstaf en Passionate. Zijn poëzie werd onder meer gebloemleesd in De 100 beste gedichten van 2001 (2002) en in Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw (2004) van Gerrit Komrij.

Begin september 2010 werd hij door enkele inwoners van Lelystad aangeklaagd wegens belediging naar aanleiding van het het deels autobiografische Lelystad (2008), dat werd genomineerd voor de AKO Literatuurprijs 2009.

In 2011 verscheen zijn nieuwe non-fictie boek, Het zusje van de bruid, over zijn mislukte liefdesrelatie met een drugsverslaafd borderline-meisje. Dit boek bracht veel reacties te weeg en Van Casteren was zelfs niet meer welkom bij Vrij Nederland, omdat een van de medewerkers niet blij was met de manier waarop hij geportretteerd werd in het boek.

In 2013 verscheen het boek ‘ Het been in de IJssel’, waarin Van Casteren op zoek gaat naar de eigenaar van een linkeronderbeen dat ter hoogte van Wijhe in de rivier werd gevonden door een visser. Het boek werd genomineerd voor de Bob den Uyl-prijs

Bron: Wikipedia

Foto: Oscar van Beest


Tekst Joris van Casteren

Enkele dagboekaantekeningen bij het schrijven van een boek over Mars in boerenhoeve W.

Maandag 11 januari 2016. Aangekomen in Hoeve W., nabij Cadzand. Hier komende drie maanden Mensen op Mars-boek zien te schrijven. Gisteravond kwam ik aan, na ’s middags in Deventer in boekhandel over Het Been in de IJssel te hebben verteld: twintig exemplaren daarbij verkocht.In de hoeve zijn veel kamers en zelfs bedstee. Bureau ontbreekt; ik schrijf aan de eettafel in de voorkamer. Gegeten bij Soan Lan, van Schrijvers in Sluis, de organisatie die dit charmante schrijversresidentie-initiatief organiseert. Soan Lan werkt als postbode en is ook vogelaar.Nu is het half negen ’s avonds: 956 woorden getikt. Dit lijkt een goed begin. 00.48: pasta eten. Black Star van Bowie luisteren, heel mooi album

Dinsdag 12 januari. Lees aan de ontbijttafel in de keuken op iPad in digitale Volkskrant dat David Bowie is overleden.1100 woorden gehaald vandaag. Fotograaf kwam langs. Wilde mij meenemen naar het strand maar zijn auto startte niet. Met mijn auto gegaan. Fotograaf vroeg aan C. startkabels en kreeg die mee. Harde wind op strand van Cadzand-Bad. Tranen in mijn ogen, twee olietankers op zee. Vlissingen zichtbaar in de verte en aan de andere zijde de hijskranen van Zeebrugge. Groots vakantiehuisproject is hier gaande, wat de fotograaf maar niks vindt.We rijden terug. Hij start in zijn auto om te proberen of die mogelijk toch nog start. Dat gebeurt. We nemen afscheid en hij geeft de startkabels weer terug. Harde wind, regen. Ik rijd rond half zes naar de supermarkt is Oostburg. Geniet van de leegte.

Woensdag 13 januari. Gisteren in totaal zo’n 1500 woorden geschreven. Ga nu, 12.30, verder. Vandaag ook proberen te wandelen. Van hier naar de kust of misschien in Sluis, waar het enige belfort van Nederland staat. 16.00. Anderhalf uur gewandeld rond Strijdersgatpolder, zo’n zeven kilometer. Eenmaal andere wandelaars tegengekomen, tweemaal een fietser en viermaal een auto.

Zondag 17 januari. Na twee dagen Amsterdam en een dag Antwerpen (donderdag) terug in W. Er klinken schoten van het land, om vogels te verjagen. Toen ik aankwam gakten de twee ganzen bij het vijvertje rond de hoeve. In Antwerpen was een perspresentatie waar boeken voor het aankomende seizoen nader werden toegelicht. Ik moest op bank op een podium zitten en kwam na een uur aan het woord. Tweede ronde, waarin ik niets hoefde te doen, werd vanwege tijdgebrek afgelast, tot ongenoegen van een aantal auteurs die er speciaal voor naartoe waren gekomen.

Nu, 20.00, verder met het boek.

Maandag 18 januari. Veel geschreven vandaag. 21.30 nu. Gewandeld rond de vesting van Sluis. Het vriest en is koud in de hoeve. Toen ik terugkwam liepen er jagers over het erf. Dat verklaart de knallen. Geen drank, op tijd naar bed.

Zondag 24 januari. Weer in de hoeve, na drie dagen Amsterdam. Net gewandeld naar Cadzand, dat ooit een eiland was. Kerkje bekeken, oude weegbrug van de lang geleden opgeheven tramlijn naar Oostburg gezien. Nu is het bijna zes uur, vandaag meer dan duizend woorden geschreven. Boek lijkt goed te gaan. Verdacht. Morgen komt Atte Jongstra logeren. Het is mild, warm vergeleken met vorige week. Vanmiddag groentesoep gemaakt van eerder ingevroren kippenbouillon.

Dinsdag 2 februari. Maja en Egon zijn van vrijdag tot gisterochtend hier op hoeve W. geweest. Door mijn vader, die zondag overnachtte, zijn ze naar Amsterdam teruggebracht. In de voortuin lag een dood vogeltje dat ik, om hun de aanblik te besparen, met twee takjes het struikgewas in probeerde te werken. Het lukte niet, het hele karkas viel uit elkaar. M&E zagen gelukkig niets. Ze noemen de twee ganzen Bert en Gerda.

Maandag 15 februari. Vandaag begonnen aan veertiende hoofdstuk, over de telescoop-uitvinding. Koffie gedronken bij S.en C. Zojuist verhaal gelezen uit New Yorker van augustus 1953, The perils of Pearl and Olga.

Dinsdag 23 februari. In Zeeland. Gisteren, regen de hele dag, dertigduizend woorden bereikt. Vanavond in het Belfort vertellen over het boek. Licht bewolkt met beetje zon.

Woensdag 16 maart. Laatste nacht in W. Met de telescoop Mars kunnen bekijken, ‘s ochtends in alle vroegte. Bijna 50.000 woorden getikt in twee-en-halve maand. Niet slecht, ik ben meer dan tevreden. Ik mis de hoeve, meteen als ik wegrijd al.

Joris van Casteren.