In residentie: 26 november 2013

Donderdag 1 februari is de eerste schrijver in residentie te Sluis, Menno Wigman plotseling overleden. De Stichting Schrijvers in Sluis wensen alle nabestaanden enorm veel sterkte.

Stichting Schrijvers in Sluis

Menno Wigman schonk Sluis een gedicht

SLUIS – Dichter Menno Wigman, die donderdag 1 februari 2018 op 51-jarige leeftijd overleed aan de gevolgen van een hartziekte, had een bijzondere relatie met Sluis. Lees het artikel in de PZC. 

 wigmanDichter, vertaler en bloemlezer Menno Wigman was vanaf 20 november tot en met 26 november 2013 in residentie in Sluis. Dit ter ere van de officiële opening van het gerenoveerde Belfort.  Dit betekende tevens de opening van een nieuw taalcentrum in het Belfort dat is ingericht rondom de persoon en het werk van Johan Hendrik van Dale en ook breder aandacht besteedt aan Nederlandse en Vlaamse talen. 

Gemeente Sluis en gemeente Amsterdam hebben een bijzondere stedenband. In dit kader zou burgemeester van der Laan van gemeente Amsterdam een speciale gast zijn bij de opening van het Belfort op 30 september. Menno Wigman was op dat moment de stadsdichter van Amsterdam en werd door de gemeente Amsterdam als cadeau aangeboden aan de gemeente Sluis. Hij droeg tijdens de officiële opening van het Belfort een speciaal gecomponeerd gedicht voor.

Vanaf 27 augustus tot 29 augustus was Menno Wigman al in Sluis ter kennismaking. Vanaf 20 november tot en met 26 november 2013 ging Menno Wigman  officieel in residentie. In deze periode was hij ook beschikbaar voor lezingen of andere wijzen van samenwerking. Menno Wigman verbleef in Hotel De Dikke van Dale in Sluis.

Het verblijf van Menno Wigman was tevens de start van meer literaire en taalkundige activiteiten in Sluis. Vanaf dat najaar werd in Sluis een literaire residentie gevestigd waar diverse auteurs resideren en verbindingen maken met de rijke taalkundige historie in Sluis en de Nederlandse en Vlaamse talen. Hierbij wordt samengewerkt met organisaties zoals ‘Stichting Johan Hendrik van Dale’, Bibliotheek Zeeuws-Vlaanderen en anderen die zich bezig houden met kunst, cultuur, educatie en toerisme.

Biografie Menno Wigman
Menno Wigman (10 oktober 1966) is dichter, vertaler en bloemlezer. In 1997 debuteerde hij met de bundel ‘s Zomers stinken alle steden. In 2001 publiceerde hij Zwart als kaviaar, waarvoor hij de Jan Campert-prijs ontving. Vier jaar later verscheen zijn bundel Dit is mijn dag. Ter gelegenheid van de landelijke Gedichtendag in 2006 schreef hij de ‘gedichtendagbundel’ De wereld bij avond.

Wigman vertaalde werk van onder andere Charles Baudelaire, Gérard de Nerval, Gottfried Benn en Else Lasker-Schüler. Stonden zijn gedichten aanvankelijk in het teken van de Zwarte Romantiek, gaandeweg werd Wigmans werk steeds existentialistischer. Het liefst zou hij gedichten schrijven ‘die zich als een stiletto in het hart van de lezer omdraaien’.
In 2007 publiceerde Wigman Het gesticht, een literair logboek over ‘gekke schrijvers en schrijvende gekken’ dat ontstond tijdens van zijn verblijf als ‘writer in residence’ op het terrein van de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder.

Sinds januari 2012 is Wigman stadsdichter van Amsterdam. In datzelfde jaar verscheen zijn bundel Mijn naam is Legioen, die inmiddels vijf drukken mocht beleven en waarvoor hij de Awaterprijs voor de beste Nederlandstalige bundel van 2012 ontving. Een criticus  omschreef Wigman eens als ‘de dandy van de desillusie’. Met zijn poëzie staat Wigman in een lange traditie van Charles Baudelaire, Arthur Rimbaud, J.C. Bloem, Gerrit Komrij en Jean Pierre Rawie.

Publicaties
’s Zomers stinken alle steden (1997)
Zwart als kaviaar (2001)
Dit is mijn dag (2004)
De wereld bij avond (2006)
Het gesticht. Drie maanden Den Dolder (2007)
De droefenis van copyrettes (2009)
Red ons van de dichters (2010)
Mijn naam is Legioen (2012)


Tekst Menno Wigman

In hotel De Dikke van Dale 
Een avond buiten Amsterdam. Onder het raam

van mijn hotel zie ik drie jonge obers roken.

De kok – veel buik, veel kuif – heeft tongen zitten troosten

en staat hardop van beter werk te dromen. Vraag

je hem naar Sluis, dan klinkt het nors: ‘Een heel kort woord,

drie letters.’ Ook de obers willen hier ooit weg.

Ik hoor hoe Zeeland zucht: bewoners, kom terug.

Maar zelfs de zee nam hier de vlucht. – Wat blijft: het boek

waaraan Van Dale in het stadshart heeft gezwoegd

en dat nog nooit een dichter heeft bedroefd.

Ik denk van alles, ik weet niets. Straks pakt de kok

zijn fiets en drinkt hij zielsgelukkig met zijn lief.

Iets later nemen vijf obers de weg naar huis.

Vijf obers nemen vijf wegen naar vijf huizen

en steeds staat in elk huis een prachtbed opgesteld

dat groot, heel groot is en tien sterrenstelsels telt.

Menno Wigman

20131210_menno450x338