rruggenbergRob Ruggenberg werkt in Sluis aan zijn zevende historische jeugdroman, die naar alle waarschijnlijkheid ‘Morenzoon’ gaat heten. Een belangrijk deel van het verhaal speelt zich af in de jaren 1602-1604 in en rond Sluis.

Ruggenberg schreef al eerder over dit gebied. Zijn eersteling – ‘Het verraad van Waterdunen’ – dat in 2006 uitkwam en veelvuldig werd bekroond, speelt zich hier ook af. “Dit is een ongelofelijk interessant deel van Zeeland,” vindt hij.

Zoals steeds schrijft Ruggenberg over relatief onbekende of vergeten gebeurtenissen. In ‘Morenzoon’ draait het om de Spaanse galeien die tijdens de Tachtigjarige Oorlog uitvallen deden vanuit Sluis. Omdat galeien worden geroeid hadden ze bij windstilte een groot voordeel boven de Nederlandse zeilschepen. Om de galeien te kunnen roeien hadden de Spanjaarden een paar duizend Moorse (Noord-Afrikaanse) slaven, die een vreselijk leven hadden. Ze waren vastgeklonken aan de roeibanken. Als de  galei verging verdwenen ze mee in de diepte.

In het boek zijn de hoofdfiguren een meisje uit de omgeving van IJzendijke en een jongen uit het Marokkaanse zeeroversrest Salee; hij is de zoon van de Barbarijse piraat Murat Rais de Oudere, en een Nederlandse slavin. Na een aantal omzwervingen komt de jongen als roeislaaf terecht op een van de galeien in Sluis.

In de weken dat Ruggenberg als ‘writer in residence’ in Sluis verblijft doet hij onderzoek naar de precieze plaats waar de galeien lagen afgemeerd, en  naar de omstandigheden waaronder de slaven daar verbleven. Het is bekend dat een flink aantal wist te ontsnappen. Toen prins Maurits na een  belegering van drie maanden het uitgehongerde Sluis veroverde, trof hij daar nog vijftienhonderd uitgemergelde galeislaven aan. Hij gaf ze de keus: óf op een schip terug naar huis, of meevechten tegen de Spanjaarden. Een flink aantal Moren koos voor het laatste.

Ruggenberg is een van de bekendste historische jeugdboekenschrijvers van dit moment. Al zijn boeken vielen veelvuldig in de prijzen. ‘Morenzoon’ moet in het najaar van 2017 verschijnen. De schrijver heeft de afgelopen maanden in Noord-Afrika doorgebracht, om daar onderzoek te doen naar de achtergronden van de galeislaven.

 

Bijdrage voor publicatie residenten Schrijvers in Sluis: Rob Ruggenberg

Geen vrolijk verhaal

Nee, het is geen vrolijk verhaal, dat boek waar ik in Sluis aan werkte. Je ziet het er niet meteen aan af, maar Sluis en omgeving waren eeuwenlang het toneel van verschrikkelijke veld- en zeeslagen en belegeringen. Alleen als je het landschap leert lezen vind je sporen daarvan terug. Hier een paar oude muren, daar een heuveltje, een geul, een eenzaam bosje.

 

Dat was de reden dat ik in Sluis wilde zijn, liefst wat langer, om de tijdmachine in mijn hoofd terug te kunnen zetten naar de jaren 1600-1604.

 

Het begon jaren geleden toen ik toevallig door het gehucht Turkeye reed, niet heel ver van Sluis. Onderaan de hoge dijk staan oude huizen. In een van de tuinen wapperde een Turkse vlag. Toen ik nieuwsgierig stopte en uitstapte, vertelde de bewoonster waar de naam Turkeye vandaan kwam. Ze kwam met een verhaal dat ik eerst niet kon geloven. Over duizenden Moorse galeislaven die jarenlang in Sluis verbleven, en die enorme galeien roeiden waarmee de Spanjaarden Nederlandse schepen aanvielen. Ze vertelde over de maandenlange belegering van Sluis, door prins Maurits die de stad wilde uithongeren. Over de Spanjaarden in Sluis die toen genoeg te eten hadden en over de galeislaven die verhongerden.

 

Dat verhaal kwam ik nu schrijven. Mijn zevende historische jeugdroman.

 

Inmiddels voorzien van originele 17de-eeuwse kaarten wandelde ik iedere dag door Sluis, beklom ik de wallen, en trok ik door de omgeving. Meestal alleen, soms samen met geschiedeniskenners als Arco Willeboordse. Sluis werd een beetje van mij.

 

Alles ging voorspoedig. Ik was de Van Dale stichting dankbaar voor de prima huisvesting en de kansen die dit bood.

 

En toen ging het fout. Plotseling, onaangekondigd, begaf mijn aorta het. Aan wat volgde heb ik alleen nog maar een vage herinnering. Pijn, ambulances, sirenes, ziekenbroeders, felle lampen – dat is wat ik nog weet. In Gent heeft een hartchirurg de hele nacht geopereerd. De volgende dag, laat in de middag, kwam ik weer bij kennis.

 

Die hartchirurg in Gent redde mijn leven. Toen ik weken later aan hem vroeg hoe ik hem kon bedanken, grijnsde hij. “Schrijf me maar in je boek”, zei hij.
Een hartchirurg in een boek over een Moorse galeislaaf in Sluis in de 17de eeuw?

 

Als je straks in Piratenzoon – de titel van dat boek – een behendige beenhouwer uit Gent tegenkomt, weet je nu hoe hij daarin terecht is gekomen.

 

Ik zei al: geen vrolijk verhaal.

 

Piratenzoon verschijnt eind 2017 bij Querido, Amsterdam. Zie ook www.piratenzoon.nl