Aanmelden Schrijvers

Residenties bekijken

Overzicht schrijvers

Anne Schepers

mei 2025

Anne Schepers (1993) is schrijver. Ze publiceert over sociale mobiliteit en werkt aan haar tweede roman. In 2023 kwam haar debuut De daden uit bij Lebowski Publishers. Anne is afkomstig uit een familie van havenarbeiders en tuinders. Op 21-jarige leeftijd studeerde ze af op het thema politiek vertrouwen. Daarna werkte ze als journalist bij EenVandaag, Buitenhof en De Correspondent. Ook zat ze in de redactie van het populaire programma Politieke Junkies in De Balie in Amsterdam. 

Ze nam deel aan verschillende residenties en publiceert op regelmatige basis essays, korte verhalen en columns. Eerder werk verscheen onder meer in Tirade, op Hard//hoofd en bij deBuren. In haar huidige werk is Anne op zoek naar het midden tussen politiek-maatschappelijke ontwikkelingen, verwondering en hoop, in een reeks essays en haar nieuwe roman.

www.anneschepers.net

Begin

Op de veerboot van Vlissingen naar Breskens komt D. naast me zitten. Ik weet dan nog niet dat ze D. heet: ze zet haar tas neer, leunt achterover en sluit haar ogen voor de zon en begint ‘wat een prachtige dag, hè.’ Ik beaam dit, mijn ogen blijven hangen aan de kruimelige eyeliner die ze dik rond haar ogen heeft getekend. Waarom weet ik niet, maar iets aan mij leidt ertoe dat mensen die ik niet goed ken zomaar diepe ontboezemingen aan me doen. Het duurt dan ook niet lang tot de eerste snik doorklinkt in D.’s stem, na de drie lockdowns werkt ze zes dagen in de week om haar zaak draaiende te houden en haar moeder is aan het herstellen van een hersenbloeding. Binnenkort verkoopt ze haar huis en gaat ze iets huren aan de overkant van het water, in Breskens als het lukt. Vandaag is haar enige vrije dag. Zeeuws-Vlaanderen heeft goede energie, drukt ze me op het hart. 

Ik zeg dat ik schrijver ben en in Sluis ga verblijven, Oostburg om precies te zijn, om aan mijn roman te schrijven. D. geeft me talloze tips voor uitstapjes, grapt dan dat ik toch ook moet werken. Op de zijkant van de boot glinsteren lichtvlekjes, wanneer D. later op zal staan zal ik weten dat het door de lovertjes op haar tuniek komt. We staren naar het water, de twee langgerekte stroken land waar we tussen varen. Toen ik begon met studeren zat ik een jaar lang elke dag in de trein naar Vlissingen. Dan verwonderde ik me over de namen op het scherm na Bergen op Zoom: Kruiningen-Yerseke, Rilland-Bath, Souburg, en vroeg ik me af of er mensen waren die de trein tot Vlissingen namen, want ik stapte altijd uit op Blaak of in Leiden. Vandaag reisde ik voor het eerst naar het eindpunt. 

Het veer glijdt door het water en D. vertelt over haar voorliefde voor de zee, haar goede vriendin en coach – de naam krijg ik mee, net als een adres voor een goede schoenenwinkel in Knokke. Hoe dan, denk ik, moet ik reageren wanneer D. terloops aanstipt dat de deep state de visserij kapotmaakt en de windmolens plaatst die in grote getalen rond ons staan te draaien? Wat zeg ik als ze zich afvraagt waarom vissersboten moeten stoppen maar de vervuilende containerschepen mogen blijven varen? Ik staar naar de vreemd gevormde huizenblokken op het landje aan de overkant, haal schutterend mijn schouders op en mompel ‘uhuh’. We komen aan, D. gaat nog snel naar de wc, ze moet straks nog een uur naar Groede lopen. 

’s Avonds, in Oostburg, loop ik langs een tuin met een zacht bubbelend zwembad, dan een tuin waar in de bloemperken mannequin-torso’s geprikt zijn, dan een groot raam waar achter een vrouw een sigaretje rookt in haar luie stoel – ze knikt omdat ik naar binnen staar, ik glimlach verontschuldigend terug. Het Zoutpad draait om half negen in de bioscoop, een vrouw staart vertwijfeld naar het bordje ‘Sorry, we’re closed’ op de deur. Ze groet me in het voorbijgaan. Uit de achterdeuren van de snackkiosk wurmt de penetrante frituurgeur zich de straat op. Verder – het is zondagavond – kun je een bom laten afgaan in Oostburg, wat iemand een paar straten verderop dan ook prompt doet.

Midden

Vandaag laat ik mezelf uit. Het is zaterdag en de afgelopen week heb ik elke dag in de tuin in de zon zitten werken, met de belofte dat ik naar het strand mocht als het een dag niet ging. Het ging wel. Het ging zo goed dat ik mezelf terugvond in de houding die ik onbewust aanneem wanneer ik in een verhaal verdwijn; op mijn hurken op de stoel, als een soort kikker die elk moment het laptopscherm in kan springen. Het is zomers heet en ik beweeg elke dag met de schaduw mee door de tuin. Twee merels, twee duiven en twee koolmezen komen om beurten op de koffie. In de uiterste hoek van de tuin, bij een tafeltje dat tussen drie en vier in de schaduw ligt, houdt een steekvlieg vermomd als wesp de wacht. Steeds wanneer ik er zit, blijft hij met zijn vleugels onvermoeibaar klapperen in de ruimte tussen mijn hoofd en het scherm.

Ik ga naar Sluis vandaag, het is zaterdag en het is diezig. Dat woord heb ik de dag ervoor geleerd van Oscar, de fotograaf, toen we wegreden van het strand dat opgehoogd werd met graafmachines en enorme koperkleurige buizen. Het is warm maar een beetje mistig, alsof in de verte een laagje water boven de velden hangt: diezig in het Zeeuws. Oscar vertelde over de fabriek van Dow Chemical bij Terneuzen, die je soms ruikt als er iets misgaat in de plasticproductie. Dan wordt het plastic verbrand, bulderen de vlammen en de rook uit de schoorstenen, ruikt de lucht naar verbrand plastic.

Op de weg van Oostburg naar Sluis, een lang fietspad langs een N-weg, ruikt het naar de zee. In Sluis zelf is het zo druk dat ik me snel weer uit de voeten maak. Ik fiets naar Cadzand over een sprookjesachtige dijk, langs een fort en een korenbloemenveld, de weg omzoomd met fluitenkruid. Net voorbij Retranchement vliegt een ooievaar langs. Dan de echte dijk op en langs het Zwin naar het strand. Het Zeeuws-Vlaamse accent dat ik om me heen hoor, verschilt weinig van het West-Vlaams dat twee van mijn vrienden spreken. Op het terras eet ik een wafel.

Einde

Ik doe de voordeur op slot, gooi de sleutel door de brievenbus en denk aan de bioscoopmedewerkster die aanbood mee naar huis te fietsen toen ik om elf uur ’s avonds uit de film over Bob Dylan kwam. De wind is gaan waaien en ik stap bij de halte Ziekenhuis in de bus. Over een uur ben ik in Brugge.

Christel Jansen

Fotografie: © Oscar van Beest 2025

Wij werken samen met:

 

Schrijvers in Sluis wordt mede mogelijk gemaakt door: